In sommige kringen hebben bepaalde producten een hoge status en dat leidt ertoe dat een prijsstijging niet tot minder maar tot méér vraag leidt. Deze worden ook wel Veblen-goederen genoemd, naar Thorstein Veblen die in zijn boek The Theory of the Leisure Class (1899) wees op de conspicuous consumption van de hogere klasse met hun voorkeur voor producten met snob appeal. Deze producten hebben als belangrijkste functie dat je aan andere mensen het signaal geeft dat je voldoende rijk ben om je dit soort luxe uitgaven te permitteren. Mensen die dit signaal willen uitzenden, gaan op zoek naar het duurste product of merk, en gaan meer kopen als dat product nog duurder wordt, en juist minder als het in prijs gaat dalen. (eco-simpel.nl)

Veblen-goederen In de klassieke economische theorie is er een negatieve relatie tussen de prijs van een product en de vraag: hoe hoger de prijs, des te lager de vraag – en omgekeerd. Maar een speciale categorie van zogenoemde Veblen-goederen werkt anders. Het gaat hierbij vaak om luxeproducten zoals exclusieve, extreem dure sportauto’s. De hoge prijs staat hier garant voor de sociale status die gepaard gaat met het bezit van het luxegoed. Daarom geldt dat een prijsstijging het product nog gewilder kan maken bij consumenten die “erbij willen horen”. (Business Insider)

De prijselasticiteit heeft een positieve waarde als een prijsverhoging leidt tot een stijging van de gevraagde hoeveelheid (of een daling bij een prijsverlaging). Deze uitzonderlijke situatie geldt voor twee soorten goederen: (...) Veblen-goederen of snobgoederen: goederen die door een zeer hoge prijs exclusief zijn waardoor het bezit als statusverhogend wordt beschouwd. Door een eventuele prijsverlaging zal voor sommige vragers het exclusieve karakter verloren gaan, terwijl er door de toch nog hoge prijs nauwelijks nieuwe vragers bij komen. (Wikipedia)